Je hebt geen Flash plugin, ga snel naar www.flash.com!

De tweede les vind ik persoonlijk een beetje saai. Je leert namelijk een beetje de technische kant van Flash kennen, of beter gezegd: hoe Flash in elkaar zit. Toch is deze les essentieel, want er komen een hoop begrippen in voor die wel handig zijn om te weten.
Flash heeft allerlei eigenaardigheden (bijvoorbeeld dat je soms niet de Fill tool kan gebruiken als je een object wilt vullen met een kleur, dan moet je dus de Brush tool gebruiken en het object in gaan kleuren).
Hoe komt het dat je soms de Fill tool niet kan gebruiken en je dus het object met de Brush tool kan gaan inkleuren wat veel langer duurt?

Als je met Flash een filmpje maakt, werk je meestal met een heleboel objecten die elkaar overlappen, samenwerken met elkaar en rondvliegen in het filmpje. Daarom is het handig om wat orde te houden als je met Flash werkt. Hiervoor heeft Flash de layers bedacht. Het is verstandig elk object (of in ieder geval zo veel mogelijk) een eigen layer te geven. Omdat je met een filmpje van redelijk formaat al gauw met een stuk of 20 layers te maken hebt, wordt het wel een beetje een chaos, maar dat zal maar moeten. Je kunt je filmpje opdelen in scènes, zodat je niet alle layers bij elkaar hebt zitten. Maar ik doe dat meestal niet, het is maar hoe belangrijk je orde vind. Maar goed, eerst de layers maar eens.

Layers
Dit plaatje lijkt me duidelijk genoeg. En inderdaad, goed gezien: ik heb ze genummerd.

  1. Show/hide, het is een beetje moeilijk te zien op het plaatje, maar het moet een oogje voorstellen. Als je op het oog klikt zijn alle layers onzichtbaar geworden. Daar heb je niet veel aan, maar zie je die zwarte puntjes op de layerbalken, onder het oog? Als je daar op klikt kun je elke layer afzonderlijk onzichtbaar maken. Dit is handig als layers elkaar overlappen.
  2. Lock/unlock, deze knop werkt hetzelfde als de show/hide knop, alleen kun je door op deze knop te klikken alle layers 'vastzetten' zodat je er niets meer mee kan doen. Dit is alleen handig als je bepaalde layers niet wilt aanpassen. Ook door de zwarte puntjes onder het slotje op elke layer afzonderlijk aan te klikken kun je elke layer afzonderlijk locken. Een geselecteerde layer die niet gelockt is, heeft een potloodje rechts naast de layernaam (zoals te zien op het plaatje). Is de geselecteerde layer wel gelockt, dan staat er een rood kruisje door het potloodje.
  3. Show as outlines, wat hier het nut van is...ik heb geen idee. Maar je kunt op vergelijkbare wijze als bij de eerder behandelde knoppen alleen de lijnen van de objecten laten zien. Mensen die het nut weten, mogen me mailen.
  4. Insert layer, als je een nieuwe layer wilt maken klik je hierop. Er verschijnt dan een nieuwe layer boven de layer die je dan geselecteerd hebt. Dubbelklik op 'Layer #' (# = het nummer van de layer) en je kunt een nieuwe naam invoeren.
  5. Add guide layer, als je hierop klikt krijg je een nieuwe guide layer boven de geselecteerde layer. Guide layers heb je nodig voor als je een object een bepaalde weg wilt laten afleggen in een filmpje. Hier leer je meer over in les 3.
  6. Delete layer, spreekt voor zich: selecteer de layer die je weg wilt hebben en klik op deze knop (een vuilnisbak).

Layers zijn heel makkelijk te verplaatsen, gewoon aanklikken en omhoog of omlaag slepen.

Een Flashfilm is altijd onderverdeeld in plaatjes. Net zoals bij een normale film bestaat een Flashfilm uit allemaal afzonderlijke plaatjes. Zo'n plaatje wordt in zowel de filmwereld als de Flashfilmwereld een frame genoemd.
De objecten van de layer die bovenaan staat in de tijdlijn (de opeenstapeling van de layers) overlappen de objecten van de layers eronder. Dus hoe hoger de layer staat, hoe meer objecten er overlapt worden door die layer. Maar daar zit wel een voorwaarde aan: de objecten van de layers moeten dan wel in hetzelfde frame staan. Dit klinkt allemaal erg ingewikkeld, en dat is het ook. Voor meer informatie verwijs ik je graag door naar de helpfile van Flash, gewoon op F1 drukken als je in Flash zit. Of, en dat is ook erg leerzaam, je klikt op Help als je in Flash zit en dan op Layers in Lessons. Ik heb immers ook mijn Flashkennis vergaard door alle lessen van Flash te volgen. En heel veel te proberen.

Zoals op het plaatje te zien is heeft elk frame een eigen vakje, zodra je een nieuw flashdocument opent en je begint iets te tekenen, wordt het allereerste vakje (het eerste frame dus) grijs en krijgt deze een zwart bolletje, zoals dit:

Dat zwarte bolletje is een keyframe. Dat betekend een frame met een statisch (niet bewegend) object erin. Als je vervolgens met de rechtermuisknop op frame 10 klikt en je kiest Insert Keyframe dan krijg je dit:

Je ziet dat in frame 10 nog een keyframe staat (dit keyframe is zwart met een wit bolletje, maar dat komt omdat de keyframe geselecteerd is) en dat in frame 9 een wit rechthoekje is ontstaan. Dat rechthoekje geeft aan dat tot en met dat punt (frame 9 in dit geval) het keyframe dat je in frame 1 gemaakt hebt te zien is. Dus het keyframe in frame 1 geeft een object aan die tot en met frame 9 onveranderd te zien is. Het volgende keyframe (in frame 10) geeft aan dat het object veranderd. Je kunt het object ook gewoon hetzelfde laten, maar dat doet er verder niet toe. Je hebt nou een heel saai filmpje, zo saai dat ik 'm niet eens laat zien. Je hebt nu namelijk alleen een object dat 9 frames lang een bepaald object is en 1 frame optioneel een ander object. Standaard laat Flash een filmpje altijd met 12 frames per seconde zien (net genoeg voor het blote oog om niet elke frame afzonderlijk te zien, als dat wel zo zou zijn zou je een knipperend filmpje krijgen, net zoals een te langzaam afgespeelde film). Dit zie je ook rechtsonder het plaatje (12 fps = 12 frames per second). Dus een filmpje van 12 frames zou 1 seconde duren. In les 3 leer je voor het eerst echt filmpjes te maken die ergens op lijken.
Ook het verplaatsen van frames is heel makkelijk. Je selecteert de frames die je wilt verschuiven en je sleept ze gewoon de goede kant op.
Als je een filmpje maakt heb je maar een beperkte ruimte om het filmpje te laten zien. Deze ruimte zie je in beeld als dat grote witte vierkant, dit is je werkblad en alle objecten die op het werkblad staan, zijn later ook te zien. Zet je een object naast het werkblad, dan zie je dit niet in je filmpje, maar ze zijn er wel. Wil je de grootte van je werkblad aanpassen ga dan naar Modify en klik vervolgens op 'Movie...' (of druk op Ctr + M). In het scherm kun je naast de gootte ook het aantal frames per seconde veranderen (ik zou 'm gewoon op 12 laten staan, meer betekend dat je filmpje groter wordt en dat 1 frame een kleiner tijdsbestek vertegenwoordigd). Ook kun je de achtergrondkleur veranderen.
Voordat je aan een film begint, eerst goed bedenken hoe groot je het filmpje wil maken. Wil je 'm zo groot als het introfilmpje van deze site, dan zijn de standaardinstelling goed (550 x 400 px), maar als je alleen maar een kleine button wilt maken, moet je het werkblad verkleinen. Als je eerst een filmpje maakt en er dan achter komt dat je werkblad te groot is, moet je alle frames met dezelfde factor gaan verkleinen en bovendien op het verkleinde werkblad plaatsen. Misschien is er ook wel een handige manier om dit te doen:
Als je een filmpje hebt gemaakt en je komt er achter dat je werkblad te groot is, je verkleind je werkblad, alleen door dat te doen passen je objecten en motion tweens niet meer op je werkblad. Is er een manier om al je objecten te selecteren en te verkleinen zodat ze wel op het werkblad passen?

Door allemaal verschillende keyframes achter elkaar te zetten kun je een filmpje maken. Dit doe je door gewoon in elk frame een keyframe te zetten, door met de rechtermuisknop op het volgende frame te klikken en insert keyframe te kiezen. Flash kopieert dan het vorige keyframe, jij maakt een (kleine) aanpassing aan het object en dit doe je een keer of 30. Net zoals een tekenfilm, je maakt elk plaatje apart. Hier ben je natuurlijk veels te lang mee bezig, soms kan het niet anders, maar 8 van de 10 keer zijn er veel makkelijkere manieren om hetzelfde, al dan niet betere, effect te krijgen. Om deze technieken onder de knie te krijgen, kun je naar les 3 gaan. Of je gaat weer naar de top van de pagina.