|
Als
ik het over objecten heb, dan heb ik het over het over datgene wat je
maakt in Flash. Dus maak je bijvoorbeeld een vierkant in Flash, dan is dat
vierkant een object.
Hiernaast zie je de toolbar van Flash 5. Ik
heb de belangrijkste tools een nummer gegeven, zodat ik ze makkelijker
kan uitleggen.
-
Arrow tool, je kunt er objecten mee selecteren
en slepen, verder niets bijzonders.
-
Line tool, gewoon lijntjes trekken.
-
Pen tool, hiermee kun je ook lijntjes trekken,
alleen op een iets ingewikkelder manier. Ik heb 'm nog nooit gebruikt.
-
Oval tool, cirkels en ovalen maak je hiermee.
-
Pencil tool, net zoals bij Paint teken je
hiermee objecten uit de losse pols. Ik gebruik 'm zelden, maar dat komt
ook omdat ik geen fijne muis heb.
-
Ink bottle tool, hiermee geef je lijnen een
andere kleur. Ook deze gebruik ik vrij weinig, maar hij is wel handig
als je héle dunne lijntjes hebt, je hoeft namelijk niet per see de lijn
zelf aan te klikken.
-
Eyedropper tool, deze ken je ook wel van
Paint. Heb je een leuk kleurtje gevonden en er een object mee
ingekleurd...ben je vergeten hoe je ook weer aan de kleur kwam. Geen
probleem, daar heb je de eyedropper voor. Klik op de kleur die je wilt
met de eyedropper en je kunt kleuren.
-
Subselection tool, ik heb 'm nog nooit
gebruikt, maar je kunt er lijnen mee veranderen. Ik heb eigenlijk geen
idee, als je het wilt weten stel ik voor dat je zelf een beetje gaat
experimenteren. Deze tool is in ieder geval niet van essentieel belang.
-
Lasso tool, ken je ook wel van Paint. Je kunt
er aparte onderdelen van objecten mee selecteren. Met de Arrow tool kon
je alleen maar rechthoekige selecties trekken, hiermee elke gewenste
vorm. Is soms nog wel eens handig.
-
Text tool, raad eens.
-
Rectangle tool, voor mensen die geen Engels
kunnen: rectangle = rechthoek.
-
Brush tool, ken je ook van Paint. Beetje
hetzelfde als de Pencil tool, maar dan kun je er dikkere lijnen mee
maken, en je kunt er makkelijk objecten mee inkleuren als dat niet kan
met de volgende tool:
-
Paint Bucket tool, ken je ook van Paint.
-
Eraser tool, vast wel eens bij Paint gezien,
je weet wel, dat gummetje waarmee je objecten deels kan wegvegen.
Gebruik ik heel soms.
-
Hand tool, dit
handje kom je ook wel eens tegen bij andere programma's (zoals ACDC). Je
kunt het beeld ermee verschuiven, door dit 'vast te pakken'. Ik gebruik
'm nooit, gewoon met de schuifbalken of de pijltjestoetsen.
-
Lijn kleur,
spreekt voor zich. Klik erop om de kleur te veranderen.
-
Vul kleur, zie
16.
-
Magneet tool,
Flash noemt deze tool de 'snap to object tool'. Met deze tool kun je
objecten precies parallel of haaks van elkaar plaatsen. Het is een
beetje moeilijk uit te leggen, maar als je het probeert snap je wat ik
bedoel. Standaard staat hij aan, maar soms is het heel vervelend als hij
aan staat.
Als
je de Magneet tool uit/aan wilt zetten moet je eerst de Arrow tool
selecteren, niet dat je b.v.s. uren bezig bent met zoeken om dat
kl*teding uit te zetten, zoals ik.
-
Magnifier tool,
inzoomen en uitzoomen. Is best handig, net zoals het dropdown-menuutje
(in dit geval is het een dropup-menuutje, maar dat geeft niet)
linksonder in beeld waar je vooraf ingestelde zoomwaarden kan kiezen.
Dit waren de
belangrijkste tools van de toolbar. Als je een tool aanklikt, krijg je
meestal onderaan de balk (onder 'Options') nog extra opties om het
tekenen te vereenvoudigen. Omdat je deze opties veel sneller onder de
knie krijgt door ze zelf uit te proberen, schenk ik hier verder geen
aandacht meer aan. Zijn er alsnog dingen die je niet weet, dan kun je
altijd kijken bij de help van Flash (druk op F1). Snap je het dan nog
niet (kan best, met de Engelse versie zijn sommige dingen heel vaag
uitgelegd) dan kun je me altijd mailen. De kans is groot dat ik het ook
niet weet, maar ik kan je vraag natuurlijk altijd posten op de site.
De
toolbar heeft een heleboel (na mijn mening) onnodige tools. Voor de
mensen met weinig tijd heb ik hieronder even op een rijtje gezet met
welke tools je zeker even moet oefenen:
De Line tool, Oval tool, Lasso tool, Text tool,
Rectangle tool, Paint bucket tool, Magneet tool.
Weet je nog die
subschermpjes die je kreeg toen je Flash voor het eerst startte? De
belangrijkste hebben ze rechtsonder in beeld gepropt. Als je op één van
deze symbooltjes klikt krijg je ze in beeld.
Ik heb ze wederom genummerd:
-
Info scherm, met
dit schermpje krijg je de standaardinformatie van het geselecteerde
object. Het heeft 4 tabbladen: Info, hier vind je info als de x-
en y-coördinaten en de grootte van het object. Transform, in dit
tabblad kun je het object van vorm laten veranderen en laten draaien.
Stroke, kies een kleur, dikte en soort lijn. Fill, dit is een
belangrijk tabblad, dus ik besteed er even apart aandacht aan:
In het dropdown-menuutje vind je 5 opties: None, Solid, Linear Gradient,
Radial Gradient en Bitmap. De eerste spreekt voor zich, de 2e betekend
gewoon dat je het vlak dat je wilt kleuren uit 1 kleur bestaat.
Als je Linear Gradient kiest kun je verschillende kleuren naast elkaar
(lineair) in hetzelfde vlak stoppen, zoals dit:
Je kiest zelf hoeveel en welke kleuren je neemt door de pijltjes in het
Fill-menu een kleur te geven. Je voegt een pijltje toe door gewoon onder
de balk te klikken in het menu. Je verwijdert een pijltje door deze uit
het menu te slepen.
Het is verstandig hier even mee te experimenteren.
Wanneer je Radial Gradient kiest kun je de verschillende kleuren in een
de rondte verspreiden (radius). Okee, beetje krom uitgelegd, maar doe
jij het maar eens in 1 zin. Hier een voorbeeldje:
Deze optie is nog een beetje uitgebreider dan de Linear Gradient, want
je kunt de vorm van de gradient ook veranderen. Dit doe je door de Fill
tool te selecteren en vervolgens onder Options de knop Transform Fill
()
in te drukken. Zorg ervoor dat je het object dat je wilt kleuren niet
geselecteerd hebt. Klik dan op het object en je ziet zoiets als dit (de
nummertjes moet je ff wegcijferen):
1. Hiermee verplaats je het centrum van de kleurenkring.
2. Door deze te verslepen maak je er een ovaal van.
3. Hiermee verander je de diameter van de kleurenkring.
4. Hier draai de kleurenkring mee rond, ja inderdaad heb je
hier vrij weinig aan als je perfecte cirkel hebt.
-
Mixer scherm,
dit is dus zo'n lekker dubbelop schermpje waar je niet veel aan hebt
omdat je deze informatie ook op andere plekken in Flash kunt vinden.
-
Character scherm,
deze is wel handig en bestaat uit 3 tabbladen: Character, kies je
lettertype en -grootte en andere bekende opties als Super- en Subscript.
Paragraph, gebruik ik niet veel, is handig voor dingen als
inspringen en centreren. Text options, ik heb eigenlijk geen
idee. Dit tabblad heb ik nog nooit nodig gehad, dus als je het wilt
weten zul je het zelf uit moeten proberen.
-
Instance scherm, dit komt later aan de
orde vanaf les 3. Maar je
kunt er animaties mee maken (o.a. tweening).
-
Movie Explorer scherm,
ook deze heb ik nooit gebruikt, maar het is volgens mij handig als je
meerdere scènes hebt. Maar ik heb (nog) geen meerdere scènes gemaakt.
-
Actions scherm, dit is een
snelknop om naar het actionsscherm te gaan. In het actionsscherm werk je
voornamelijk met actionscript en dat ben ik net zelf een beetje aan het
leren. Je krijgt hiermee te maken in
les 4.
-
Library scherm, ik maak
niet veel gebruik van de library. Eigenlijk alleen als ik muziek gebruik
in mijn filmpjes. Je krijgt hiermee te maken in
les 2.
Ik wil je nogmaals
aanraden flink te oefenen met de tools, zodat je goed weet hoe ze
werken. Klik hier om weer naar de top van
deze pagina te gaan en hier voor de volgende
les.
|
|